Giovanna d'Arco
Na de I Lombardi probeerde de impressario Merelli Verdi tevergeefs over te halen nog een opera voor La Scala te schrijven. Voordat de componist naar Venetië vertrok voor de productie van de Ernani, beloofde hij echter het volgend jaar met een nieuw werk naar de Scala te komen. Droevig genoeg verslechterde verhouding tussen Verdi en Merelli gedurend het 1844-45 seizoen, veroorzaakt door het lage niveau van de Merelli producties. Na de Giovanna d'Arco duurde het 36 jaar voordat een nieuwe opera van Verdi in de Scala van Milaan in première ging.
Ondanks de spanningen in de verhoudingen binnen het gezelschap van Merelli, tussen componist, producer en zangers, werd de Giovanna door het publiek zeer goed ontvangen. Om religieuze redenen werd deze opera in Rome en Zuid-Italië nog een aantal jaren opgevoerd met een aangepaste tekst onder de titel Orietta di Lesbo.
Volgens de traditie van de toenmalige Italiaanse libretti bracht Solero het aantal hoofdrolspelers (27) van het drama van Schiller terug tot vijf, waarvan twee rollen volkomen onbelangrijk waren. Voor een toneelstuk was het toentertijd origineel om bovenaardse krachten, zoals demonen en engelen, op te laten treden, maar in een operalibretto kwamen dergelijke personages heel regelmatig voor. In de romantische opera's werden steeds vaker horrorachtige elementen opgenomen.
Giovanna d'Arco was een duurzaam succes, het publiek kreeg de muziek die het van Verdi mocht verwachten. Dat de typerende onderdelen van het Jeanne d'Arc verhaal ontbraken deerde de componist nauwelijks. Het krijgshaftig vertoon in Solera's libretto bracht Verdi ertoe zijn partituur te voorzien van bijpassende melodieën, marsen, knetterende koorgedeelten en opzwepende calabetti, dit zijn de succesvolle schema's sinds de Nabucco en de Ernani. De overige gedeeltes van de opera, de scènes van gebed, rouw en onweer en het koor van de geesten, zijn afkomstig uit de grote voorraad van dramatische clichés, hoewel die ook meeslepend kunnen zijn. Verdi ondervond moeite met het componeren van het thema voor de gespleten persoonlijkheid van Giacomo, een figuur die het midden hield tussen een intrigerende tegenspeler en een liefhebbende vader (let wel: in de stijl van Verdi is dit weer typisch een rol voor een bariton).
Voor de moderne luisteraar is er geen opera die meer dan de Giovanna d'Arco de kloof tussen Verdi's beste en slechtste muziek op een verwarrende wijze laat horen. Sommige solo's en ensembles zijn zo mooi zoals al het andere werk dat deze jonge componist toen al geleverd had. Maar zijn mystieke koorwerken begeleid door harmonium en triangel (demonen) en harp en accordeon (engelen), stelden de 19e eeuwse smaak op de proef. Maar we kunnen er zeker van zijn dat de muziek van de Giovanna bij het publiek in de smaak is gevallen, want slechts enkele weken na de première was de muziek al via de pijporgeltjes in de straten van Milaan te beluisteren.
De leidraad in het verhaal van deze opera, net als in veel andere opera's van Verdi die politiek altijd zeer geëngageerd was, is de onafhankelijkheid van een volk en het verlangen naar die onafhankelijkheid. Het verzet van de Fransen tegen de Engelse overheersing werd hier als symbool gebruikt voor het Italiaanse verzet tegen de Oostenrijkse overheersing.
Jeanne d'Arc is in Frankrijk een politiek symbool sinds Napoleon, en werd
gebruikt door verschillende groeperingen. Zo benadrukte links haar eenvoudige
komaf, de vroege conservatieven wezen op haar steun aan de monarchie en
de latere conservatieven roemden haar nationalisme.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog riep de Franse poilu haar naam in de loopgraven
en werd ze vaak gebruikt op propaganda-affiches. Tijdens de Tweede Wereldoorlog
gebruikten zowel het Vichy-regime als het Franse verzet haar als symbool
voor hun strijd.
In de hedendaagse Franse politiek claimt de rechts-nationalistische partij
Front National Jeanne d'Arc als beschermster van het land tegen vreemde
invloeden. Hun embleem van een driekleurige vlam verwijst naar haar martelaarschap.
De partij gebruikt Jeannes beeltenis in partijpublicaties en organiseert
manifestaties bij haar standbeelden.
Carlo VII, koning van Frankrijk | tenor | Officieren van de koning | mannenkoor |
Giovanna, dochter van Giacomo | sopraan | het volk van Reims | koor |
Giacomo, herder in Dom-Rémy | bariton | Franse en Engelse soldaten | mannenkoor |
Delil, officier van de koning | tenor | goede en kwade geesten | koor |
Talbot, opperbevelhebber van het Engelse leger | bas | edellieden, herauten, schildknapen, dienaressen, eigenaars van deputaten, dorpsbewoners, hovelingen en dames | koor |
De kroonprins staat op het punt zich over te geven aan het Engelse leger, maar op dat moment wordt hij door een droom geïnspireerd om een bezoek te brengen aan een klooster in het bos nabij Dom-Rémy. Daar ontmoet hij Jeanne, de verwezenlijking van zijn droom, waarbij een eind aan de problemen voor Frankrijk zijn voorspeld.
De verschijning van Jeanne in de Franse gelederen wijzigt het verloop van de oorlog en de Engelsen zijn een nederlaag nabij. Maar de vader van Jeanne, de herder Giacomo, vreest dat zij in de greep is van duivelse krachten en ziet het als zijn plicht haar uit te leveren aan de Engelsen. De innerlijke stemmen van Jeanne brengen haar in vertwijfeling als zij liefde voor de kroonprins begint te voelen.
Als Charles gekroond is in Reims en samen met Jeanne de kathedraal verlaat, dan komen zij tegenover haar vader te staan, die haar uitdaagt te ontkennen dat zij door duivels is bezeten. Zij blijft met stomheid geslagen en hij voert haar weg, in de hoop dat de brandstapel haar onsterfelijke ziel kan redden.
Gevangengenomen door de Engelsen, verraden door haar vader, doet de maagd Giovanna afstand van haar aardse liefde, de koning. Giacomo beseft dat hij een vreselijke fout heeft begaan, als hij zijn dochter in gevangenschap in het Engelse kamp aantreft, al biddend. Hij weet haar te bevrijden en ziet toe hoe zij de Fransen tot de overwinning op het slagveld leidt. Dodelijk gewond wordt Jeanne naar het kamp gebracht, waar zij overlijdt.
De regels 1. -- 37. titel verwijzen naar de indeling van de scènes zoals die gekozen is voor de tracks op de CD Giovanna d'Arco, uitgave van EMI Classics, met dirigent James Levine (1972).